Ontdek de verhalen achter onze Van der Valk kunstwerken!
De Gouden Leeuw
De geschiedenis van Nederlands' bekendste hotelfamilie is een bewogen verhaal, waarin grenzeloze ambitie, sterke familiebanden en de nodige portie toeval en geluk een belangrijke rol spelen. Het verhaal begint bij… het melklokaal van Nicolaas, de betovergrootvader van Tim van der Valk, huidig zaakvoerder van Hotel Beveren. Nicolaas kocht in 1862 een boerderij in het Nederlandse Voorschoten met een naam die veel goeds beloofde voor de toekomst: de Gouden Leeuw.
Als vader van maar liefst 24 kinderen - 14 bij zijn eerste vrouw, 10 bij zijn tweede – moest Nicolaas op zoek naar een bijverdienste om al die monden te voeden. Met de inkomsten van zijn stiel als boer moest hij de eindjes aan elkaar knopen. Zo kwam hij op het idee om het melklokaal van zijn boerderij om te toveren tot café annex veranda. Het was meteen een schot in de roos. De Gouden Leeuw lag op een drukbezochte verbindingsweg tussen Leiden en Den Haag: heel wat boeren die op weg waren naar de markt, namen graag een adempauze in het nieuwe drankgelag. Ze konden hier steevast terecht voor een frisse pint, een straffe koffie en – niet geheel onbelangrijk - een gezellig praatje.
Na het overlijden van Nicolaas in 1902 komt zijn vrouw, de sterke boerendochter Elisabeth Groenewegen, alleen te staan achter de toog van het café. ‘Dat is niets voor een vrouw,’ meende het gemeentebestuur van Voorschoten en prompt trok ze de drankvergunning in. Elisabeth hield voet bij stuk: ze mag uiteindelijk toch weer alcohol serveren en zal met de hulp van haar zoon Martinus het café bijna 25 jaar lang bestieren. Het maakt haar de enige vrouw die aan het hoofd heeft gestaan van de Van der Valk familiedynastie.
Anno 2021 bestaat hotel de Gouden Leeuw nog steeds: van het originele gebouw blijft niet meer veel over, maar het hotel blijft gelden als de bakermat van de horecaketen.
De Toekan
De Amerikanen hebben de Hiltons, Nederlanders de van der Valks. Maar waarom een toekan als logo en geen valk?
Martinus, de benjamin, het nakomertje van Nicolaas van der Valk, was een rasechte handelaar en een man die vol ideeën zat waar munt uit te slaan viel: naast de boerderij en het café startte Martinus een slagerij, autohandel, slijterij, aannemingsbedrijf, reisbureau, luxe rederij, groente -en fruithandel, rozenkwekerij en bloemengroothandel. Natuurlijk was het onmogelijk om als 1 man al deze zaken zelf te runnen. Dat liet hij liever aan een ander over, inclusief zijn vrouw en kinderen.
Zoals elke van der Valk, was Martinus eigenzinnig van inborst. Naar school? Liever aan het werk: elk kind werd dus van jongs af aan ingeschakeld in de zaak. Boeken lezen? Niets van: gebruik je beter om de kachel mee aan te steken. De kinderen krijgen het horecavak en de ondernemerszin met de paplepel ingegoten. Als de mogelijkheid zich aanbiedt om café ‘De Gouden Leeuw’ uit te breiden, dringt zijn vrouw er op aan om extra kamers te bouwen, zodat zijn dochters een handje kunnen toesteken. Martinus stemt hier gretig mee in. Later zorgen hij en zijn vrouw ervoor dat elk kind een hotel krijgt. Zo kunnen ze een vliegende start maken als ze op hun eigen benen komen te staan.
‘Raap de slaplantjes op die een ander weggooit’, was een van de levenslessen die Martinus van zijn vader Nicolaas had meegekregen. Met dat in het achterhoofd koopt hij midden jaren 1950 Avifauna, een vogelpark dat hij ombouwt tot een van de bekendste hotels en dierenparken van Nederland. Hier vindt de familie inspiratie voor het logo van alle hotels, de toekan. De valk lijkt op het eerste zicht een meer logische keuze, maar aan deze roofvogel kleven te veel connotaties rond de Tweede Wereldoorlog en het naziregime. Een toekan daarentegen is een mooie, grote, tropische vogel. Een vrolijk en gezellig beest dat de van der Valk-warmte uitstraalt.
Het Heideroosje
De jongste zoon van Martinus, met dezelfde naam als zijn vader, spreidde zijn vleugels en begon een hotel over de grens, in Beveren, het hart van het Belgische Waasland. In 1962 kocht Martinus (junior), samen met zijn vrouw Ans, het toenmalige café, ‘Het Heideroosje’.
Gerrit – Martinus’ oudere broer – was op het idee gekomen om met motels te beginnen. Daarvoor had hij de mosterd gehaald uit de Verenigde Staten. Comfort en gemak, dat willen reizigers, redeneerde Gerrit. Van der Valk groeide al snel uit tot een vertrouwd merk in Nederland: zakenmensen vonden makkelijk hun weg naar de hotels, omwille van de gunstige locaties en dagjestoeristen genoten van de royale alledaagse keuken.
Ook Martinus zag heil in de motelformule en ‘Het Heideroosje’ werd omgevormd tot een motel-café. Net als zijn vader zorgde Martinus dat de voortzetting van het hotel verzekerd is: zoon Eric volgt in 1980 zijn vader op aan het roer van het motel. In de jaren 1990 en 2000 vinden een reeks uitbreidingen plaats. Er kunnen voortaan niet alleen veel meer gasten overnachten in het hotel, er is ook meer plaats voor feesten en vergaderen én je kan aanschuiven in een gastronomisch restaurant. Onder het bewind van Eric en zijn vrouw Martine mag het hotel een extra ster aan de ingang prijken. De teller staat nu op vier sterren.
Appelcompote
Vraag eender wie in Nederland waar hij of zij aan denkt bij de Van der Valk hotels en het eerste antwoord dat je gegarandeerd zal krijgen is ‘appelmoes met geglaceerde kers’. Restaurants zijn een onderdeel van het DNA van de bekende hotelgroep. Zo wat elk Valk hotel heeft een restaurant en dat zijn tegenwoordig stuk voor stuk culinaire pareltjes. Dus waarom heeft iedereen het maar over appelmoes?
Het oorspronkelijk idee om eten te serveren in ‘De Gouden Leeuw’ kwam opnieuw van overgrootvader Martinus. Als handelskoopman was hij vaak onderweg en merkte hij dat het moeilijk was om als reiziger goed en lekker eten te krijgen op hotel. De uitvoering van het restaurant-idee liet Martinus liever over aan zijn vrouw, Rie van der Valk-Mulder, die met tegenzin achter de potten en pannen kroop. ‘Maak maar gewoon wat je thuis maakt’, was Martinus’ devies. De typisch Hollandse kost van Rie was een klinkend succes.
Later vonden steeds meer mensen hun weg naar de hotel-restaurants van de kinderen van Martinus, waar je terecht kon voor een jaarlijks wisselend menu en enkele evergreens zoals de Wiener Schnitzel. Meer mensen over de vloer betekende meer drukte voor het personeel. Om minder te moeten lopen zetten de obers alle gerechten tegelijk op tafel: sla als voorgerecht verscheen samen met het hoofdgerecht en appelmoes als dessert. In plaats van dessert begonnen klanten dus appelmoes als bijgerecht te eten, iets dat je opschepte bij de schnitzel of kippenbout. Of hoe een onbenullig kommetje appelcompote haast legendarische proporties aannam.
In Beveren mocht appelmoes lange tijd natuurlijk niet ontbreken op de menukaart. Onder de leiding van Eric en Martine groeide het restaurant echter uit tot een gastronomische trekpleister met een verfijnde topkeuken, waarbij Martine steevast zorgde voor gezelligheid en stijlvolle sfeer. Op elke tafel kaarsverlichting, sierlijke servetten en een mooi opgedekte couvert: het werd al gauw een vast onderdeel van het Hotel Beveren handelsmerk.
Familiewapenschild
Als iemand opmerkte tegen Martinus, Tim’s overgrootvader, dat hij het ver had gebracht, antwoordde hij altijd resoluut: ‘Ja, maar niet zonder mijn kinderen.’ En dat geldt ook andersom. Zo gunden Tim’s ouders hem een blik achter de schermen van het reilen en zeilen van het hotelwezen. En dat bleef uiteraard niet bij toekijken. In de weekends en drukste dagen van het jaar mocht elke Valk junior mee de handen uit de mouwen steken. Bibberend liep Tim af en aan van het luik om zondagsklanten hun koffie te brengen. Het hotel werd een tweede thuis, waar Tim zich als een vis in het water voelt.
Met meer dan 100 hotels in een half dozijn landen en meer dan 10 000 werknemers is van der Valk uitgegroeid tot een hotelimperium. Stap eender welk hotel binnen en je zal vernemen dat de zaakvoerder tot de familie behoort. Al vijf generaties lang. In Hotel Beveren heeft Tim de fakkel overgenomen van zijn ouders in 2012. De lessen van zijn ouders stak hij mede dankzij een hotel -en businessopleiding in een moderner jasje. Sinds enkele jaren bestiert hij de zaak samen met Pauline Peeters, met wie hij twee kinderen heeft, James & Alice. De volgende generatie staat dus klaar? Dat zal de tijd mogen uitwijzen.
Met Tim en Pauline aan het roer heeft Hotel Beveren nu maar liefst vier restaurants: Nest, OZZO, Jardin en Live Cooking. Met een heerlijke wellness, uitbreiding van maar liefst 64 kamers en tal van andere faciliteiten is Hotel Beveren zo veel meer geworden dan een hotel. Er is voor iedereen wat te beleven.
In al die jaren is er dus veel veranderd, maar Hotel Beveren staat steeds voor een gezellige en huiselijke sfeer met hedendaagse kwaliteit en luxueus comfort. Al bijna zes decennia draait alles rond gastvrijheid: als klant ben je niet alleen koning, maar ook part of the family.